Iemand maakt zich zorgen over een kind of jongere. Diegene vertelt dat aan de Raad voor de Kinderbescherming. Samen met de Raad voor de Kinderbescherming is er een gesprek over de situatie, dat heet de ‘Jeugdbeschermingstafel’. Daarna gaat deze onderzoeken of die informatie klopt. En als dat zo is, of het gezin dan hulp nodig heeft. Dat onderzoek heet een raadsonderzoek. De Raad voor de Kinderbescherming geeft dat onderzoek aan de kinderrechter. Die beslist wat er moet gebeuren.