• Ambulante hulp

    Hulp die bij iemand thuis wordt gegeven.

  • (begeleide) bezoekregeling/ omgangsregeling

    Afspraak over de omgang tussen kind en ouders of andere belangrijke personen.

    Bij een begeleide bezoekregeling is er iemand (gezinsvoogd of hulpverlener) bij wanneer het kind contact heeft met een van de ouders.

  • Delict

    Iets dat niet mag omdat de wet het verbiedt. Bijvoorbeeld een misdrijf.

  • Gecertificeerde Instelling (GI)

    Jeugd- en Gezinsbescherming is één van de drie gecertificeerde instellingen die in Friesland de maatregelen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoert. Dit betekent dat we aan de kwaliteitseisen van het Normenkader uit de Jeugdwet voldoen. Het Keurmerkinstituut toetst periodiek of we aan deze eisen voldoen.

  • Gedragswetenschapper

    Iemand die heeft kennis heeft over het gedrag van kinderen en volwassenen. Een gedragswetenschapper heeft aan de universiteit gestudeerd. Meestal een orthopedagoog of een psycholoog.

  • Gegrond verklaard

    Dit is bijvoorbeeld als een cliënt een klacht indient bij de onafhankelijke klachtencommissie. Als de klachtencommissie vindt dat de klacht terecht is, dan noemen we dat de klacht gegrond is verklaard. De klager heeft dan gelijk gekregen. Als de klacht niet terecht is, wordt die ongegrond verklaard.

  • Geheimhoudingsplicht

    Professionals die kinderen en gezinnen helpen, horen vertrouwelijke dingen over het gezin. Die mogen ze niet zomaar doorvertellen. Sommige mensen krijgen die informatie wel. Bijvoorbeeld mensen die echt te maken hebben met het kind of er over moeten beslissen. De (gezins)voogd van Jeugd- en Gezinsbescherming moet alles over uw kind en uw gezin opschrijven en aan de kinderrechter vertellen. Hier geldt de geheimhoudingsplicht niet.

  • Gesloten plaatsing

    Hierbij woont de jongere in een instelling waar de deur op slot is. Er gelden strenge regels en heel duidelijke afspraken. De kinderrechter beslist over een gesloten plaatsing. Dat heet een ‘machtiging gesloten plaatsing’.

  • Gezinsvoogd

    De gezinsvoogd is de medewerker die toezicht houdt toezicht op het kind bij een ondertoezichtstelling. De gezinsvoogd voert de ondertoezichtstelling uit, omdat de kinderrechter een kind onder toezicht heeft geplaatst. De ouder en het kind moeten de aanwijzingen van de gezinsvoogd opvolgen.

     

    Een gezinsvoogd wordt ook wel jeugdzorgwerker of jeugdbeschermer genoemd.

  • Hoger beroep

    Als een jongere of een ouder het niet eens is met een besluit van de kinderrechter, kan men daartegen in hoger beroep gaan. Dat moet bij civiel recht binnen drie maanden na de uitspraak. Bij strafrecht binnen twee weken na de uitspraak. Een andere rechter bekijkt dan nog eens het besluit. Dat gebeurt bij het Gerechtshof.

  • Jeugdbescherming

    Dit is een maatregel die de kinderrechter kan opleggen als er sprake is van onveilige opvoedsituaties. Bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling of voogdij. Een gezinsvoogd van Jeugd- en Gezinsbescherming gaat met het gezin aan de slag om de situatie op te lossen. De hulp is verplicht.

  • Jeugdreclassering

    Jeugdreclassering is een vorm van jeugdzorg waarbij de jongere wordt geholpen, begeleid en gecontroleerd. Het doel is om, in samenwerking met ouder(s) of het netwerk, het gedrag van de jongere te veranderen en herhaling te voorkomen. De hulp is verplicht

  • Jeugdreclasseerder

    De professional persoon die met de jongere praat en hem of haar begeleidt. Het doel is dat de jeugdige zich weer kan ontwikkelen en een toekomst opbouwt, zodat de jongere niet meer met politie of justitie te maken krijgt of terugvalt in schoolverzuim. De jongere moet zich aan de afspraken met de Jeugdreclasseerder houden.

  • Jurist(e)

    Een professioneel persoon die heeft doorgeleerd aan de universiteit over rechten en de wet. De juristen van Jeugd- en Gezinsbescherming weten alles over de wetten en regels die voor kinderen en ouders gelden. De gezinsvoogden van Jeugd- en Gezinsbescherming vragen de juristen soms om advies.

  • Kinderrechter

    Dit is de rechter bij een rechtbank die er speciaal is voor alle zaken die gaan over kinderen en jongeren. Deze persoon neemt beslissingen, zoals een ondertoezichtstelling uitspreken. Bijvoorbeeld als er problemen zijn bij de opvoeding van kinderen. Of dat een kind uit huis geplaatst moet worden. Deze rechter kan ook straf opleggen.

  • Maatregel

    Een maatregel is een beslissing die kan worden opgelegd door een kinderrechter. Voorbeelden van maatregelen zijn ondertoezichtstelling, voogdij of jeugdreclassering. Het gevolg is een (gezins)voogd of jeugdreclasseerder van Jeugd- en Gezinsbescherming gaat mee beslissen over een kind of toezicht en begeleiding uitvoeren.

  • Machtiging uithuisplaatsing

    Beslissing door een kinderrechter dat een kind niet langer thuis kan wonen. Dan kan een kind voor korte of langere tijd niet meer bij zijn ouders wonen. De jeugdige woont dan in een pleeggezin of instelling.

     

    Soms gaat het om een spoedmaatregel. Dan kan de rechter besluiten zonder zitting. De zitting komt dan later. Is er geen spoed dan beslist de kinderrechter twee weken na de zitting.

  • Netwerk

    Familie, vrienden, kennissen of andere bekenden die iemand heeft en die mogelijk kunnen helpen bij het oplossen van een probleem.

  • Ondertoezichtstelling (OTS)

    Een OTS is een kinderbeschermingsmaatregel die alleen door de kinderrechter kan worden opgelegd. Een OTS betekent dat een gezin een gezinsvoogd krijgt aangewezen. De gezinsvoogd helpt ouder(s) om de situatie bij hen thuis weer op orde te krijgen.

     

    Een OTS is meestal geldig voor één jaar. Maar kan ook verlengd worden. Dat gaat via de kinderrechter.

  • Oproep (van de Kinderrechter)

    Brief van de rechtbank waarin staat wanneer een zitting plaatsvindt en waar dat is. Deze brief stuurt de rechtbank aan de ouders en de jongere vanaf 12 jaar.

  • Ouderlijk gezag

    Dit regelt dat ouders verantwoordelijk zijn voor hun kind tot 18 jaar. De ouders mogen dan belangrijke beslissingen over hun kind nemen. Bijvoorbeeld naar welke school een kind gaat.

     

    Bij een ondertoezichtstelling blijven ouders het ouderlijk gezag houden. Maar zij mogen niet alles meer alleen beslissen. Dat moeten zij doen in overleg met de gezinsvoogd. Bij voogdij hebben ouders geen ouderlijk gezag meer. De voogd neemt dan belangrijke beslissingen.

  • Plan van aanpak

    Rapport waarin staat hoe het gaat met het kind en wat er moet gebeuren het beter te laten gaan. Het plan ontstaat door gezamenlijke gesprekken en informatie van belangrijke betrokkenen.

  • Pleegzorg

    Als een kind bij iemand anders, een pleeggezin, opgroeit en niet bij zijn of haar ouders. De pleegouder voedt het kind op.

  • Privacy-wetgeving

    Dit zijn wetten waarin staat dat niet iedereen alles over andere mensen hoeft te weten. Die wet regelt bijvoorbeeld wie er in een dossier mag kijken van Jeugd- en Gezinsbescherming. Meer informatie vindt u in de privacyverklaring.

  • Raadsmelding

    Iemand maakt zich zorgen over een kind of jongere. Diegene vertelt dat aan de Raad voor de Kinderbescherming. Samen met de Raad voor de Kinderbescherming is er een gesprek over de situatie, dat heet de ‘Jeugdbeschermingstafel’. Daarna gaat deze onderzoeken of die informatie klopt. En als dat zo is, of het gezin dan hulp nodig heeft. Dat onderzoek heet een raadsonderzoek. De Raad voor de Kinderbescherming geeft dat onderzoek aan de kinderrechter. Die beslist wat er moet gebeuren.

  • Rechtbank

    De plaats waar de kinderrechter beslissingen neemt.

  • Schoolverzuim

    Wanneer een jongere zich niet houdt aan de leerplicht wet, spreken we van schoolverzuim. De rechter kan een jeugdreclasseringsmaatregel opleggen wanneer een jongere voor een langere periode niet op school komt.

  • Uithuisplaatsing (UHP)

    Soms is het thuis zo onveilig voor een kind, dat het beter is dat het kind niet meer thuis woont. De kinderrechter besluit dan dat het kind (tijdelijk) bij familie, in een pleeggezin, gezinshuis of in instelling moet wonen. Dit heet een uithuisplaatsing: een UHP.

  • Verwijsindex

    Wij melden al onze cliënten aan bij de Verwijsindex. Via dit signaleringssysteem kunnen hulpverleningsinstanties zien of een kind ook al bij een andere instelling bekend is. In de Verwijsindex wordt gemeld dat er contact is met een hulpverleningsinstantie. Er worden geen inhoudelijke gegevens vastgelegd. De Verwijsindex is gekoppeld aan de landelijke Verwijsindex risicojongeren (VIR), zodat de gegevens ook vanuit de andere provincies te raadplegen zijn.

  • Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS)

    Als er plotseling problemen ontstaan of als de problemen ineens heel erg worden, is er een spoedversie van de OTS. Deze spoedversie is de voorlopige ondertoezichtstelling: de VOTS. Een VOTS duurt drie maanden. Tijdens deze drie maanden wordt onderzocht wat er precies aan de hand is. Na drie maanden kan een VOTS omgezet worden in een definitieve OTS.

  • Zitting (bij de Kinderrechter)

    Een bijeenkomst bij de rechtbank, waarbij één of drie rechters een beslissing nemen. Hierbij zijn in ieder geval de Officier van Justitie en de griffier aanwezig. De ouders mogen komen. Als het om een kind gaat dat ouder is dan 12, mag hij of zij ook komen. De raadsonderzoeker kan aanwezig zijn. De gezinsvoogd of jeugdreclasseringsmedewerker ook.