Veelgestelde vragen

OTS-Jongere

De ondertoezichtstelling duurt maximaal een jaar en kan worden verlengd:

 

  • Als de problemen eerder zijn opgelost, vraagt de gezinsvoogd aan de kinderrechter om de ondertoezichtstelling te stoppen. De kinderrechter neemt hier tijdens de zitting een beslissing over. Als de problemen niet zijn opgelost, vraagt de gezinsvoogd aan de kinderrechter om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderrechter neemt hier tijdens de zitting een beslissing over.
  • De gezinsvoogd houdt in de gaten hoe het met jou (en je broer(s) en zus(sen)) gaat.
  • De gezinsvoogd bekijkt welke problemen er bij jou thuis zijn en probeert deze problemen samen met jou en je ouders op te lossen.
  • De gezinsvoogd helpt je ouders bij de zorg en opvoeding, en geeft je ouders advies hierover. Ook maakt de gezinsvoogd afspraken met je ouders over de zorg en opvoeding.
  • De gezinsvoogd regelt, als dat nodig is, ook hulp van andere hulpverleners voor jou en je ouders. Ook onderzoekt de gezinsvoogd of jullie steun kunnen krijgen van de mensen om jullie heen. Bijvoorbeeld van familie.
  • De gezinsvoogd kan de kinderrechter vragen om de ondertoezichtstelling te verlengen of een machtiging uithuisplaatsing over jou uit te spreken. Ook kan de gezinsvoogd aan de kinderrechter toestemming vragen om hulpverlening in te zetten als jouw ouders dit niet willen. Er volgt in zulke gevallen altijd een zitting.

 

De gezinsvoogd werkt zoveel mogelijk met jou en je ouders samen. Het doel daarvan is dat je ouders over een tijdje weer zelf goed voor jou kunnen zorgen. Als dat zo is, dan hebben jullie geen gezinsvoogd meer nodig.

Als kind verdien je het om een fijn en veilig thuis te hebben. Een plek waar er goed voor je wordt gezorgd. Er zijn problemen bij jou thuis en we maken ons grote zorgen om jouw veiligheid. De Raad voor de Kinderbescherming heeft daarom aan de kinderrechter gevraagd om jou onder toezicht te plaatsen. Dit heet een OTS.