• De gezinsvoogd houdt in de gaten hoe het met jou (en je broer(s) en zus(sen)) gaat.
  • De gezinsvoogd bekijkt welke problemen er bij jou thuis zijn en probeert deze problemen samen met jou en je ouders op te lossen.
  • De gezinsvoogd helpt je ouders bij de zorg en opvoeding, en geeft je ouders advies hierover. Ook maakt de gezinsvoogd afspraken met je ouders over de zorg en opvoeding.
  • De gezinsvoogd regelt, als dat nodig is, ook hulp van andere hulpverleners voor jou en je ouders. Ook onderzoekt de gezinsvoogd of jullie steun kunnen krijgen van de mensen om jullie heen. Bijvoorbeeld van familie.
  • De gezinsvoogd kan de kinderrechter vragen om de ondertoezichtstelling te verlengen of een machtiging uithuisplaatsing over jou uit te spreken. Ook kan de gezinsvoogd aan de kinderrechter toestemming vragen om hulpverlening in te zetten als jouw ouders dit niet willen. Er volgt in zulke gevallen altijd een zitting.

 

De gezinsvoogd werkt zoveel mogelijk met jou en je ouders samen. Het doel daarvan is dat je ouders over een tijdje weer zelf goed voor jou kunnen zorgen. Als dat zo is, dan hebben jullie geen gezinsvoogd meer nodig.